Kunsthandel L. van Zanten

Oostzeedijk 134a-b 1912-1919

Kunsthandel Van Zanten. Alb. Neuhuys. R'dam, 15 October. De lilliputtige kunsthandel aan de

Vischmarkt mist de attractie van het uiterlijk weidse en imponeerende, maar de bezoeker vindt

ruimschoots vergoeding voor het gemis in den gestadig varierenden kostelijken inhoud van het

onaanzienlijk foedraal. Men vindt hier sommige kunstwerken die afzonderlijk staan naast het

algemeen gewilde, en daardoor de bekoring hebben van het onverwachte en verrassende.

Zo is er nu voorhanden een vroeg genrestukje van Albert Neuhuys, dat heel anders is,

maar zeker niet minder, dan de Larensche binnenhuizen, waaraan de meester zijn roem dankte.

Dit werkje rond 1870 ontstaan is vol van een stillen luister, dien we in den latere,

meer wijdse arbeid van de kunstenaar niet meer vinden. Het stelt voor: een dame in wandelkostuum,

met een jong meisje, dat zich innig tegen haar aan vleit. Beiden zijn in aandachtige

beschouwing van een schilderij, die op een ezel staat. Hier nu is diezelfde algehele overgave,

datzelfde gemakkelijk en compleet medegedeelde, waardoor superieur genrewerk der 17e eeuw

ons altijd blijft, boeien. Dit is zuivere kunst, bescheiden en argeloos, zonder de toch altijd min of meer

muffen bijsmaak der beroemdheid: werk van een, rijkbegaafd kunstenaar, toen hij onontdekt nog geheel

en al zichzelf kon en durfde zijn. Hoe innig is het leven in de gelaatstrekken van de vrouw en het kind;

hoe teder het zacht parelig licht, hoe zacht fluwelig de kleur met het diepe zwart van de japon en het

rozige rood van het kinderjurkje; hoe vast en lenig de factuur. En al deze qualiteiten zijn verbonden tot

een harmonie, zo gaaf, zo smetteloos, dat we, zoal geen indruk van gelijkwaardigheid, dan toch van

gelijkgeaardheid ontvangen, als bij de statige en toch zo vertrouwelijk mededeelzame kunst der

Vermeers,Terborch's, De Hoog's en Metzus. Dit waarlijk is een Neuhuys, die verblijdt en verrast,

omdat het een element van geestelijke waarde bevat, dat we slechts bij uitzondering in 's meesters

oeuvre aantreffen.

Zeevischmarkt 8a 1918-1926

Kunstzaal Van Zanten: Mac-Lean. Enige jaren geleden, toen dé vereniging „De Rotterdammers"

nog haarlokalen aan de Hoogstraat had, gebeurde het, niet vaak, maar toch wel een enkele maal,

dat een tentoonstelling een verrassing bracht. Dat was wanneer er uit den overvloed van min of

meer vaardige middelmatigheid., tegen welke de schaarse werkelijke, meer of minder sterke talenten

afstaken als felle of bescheiden zachte lichten op een achtergrond van grauw en troebel duister,

een nieuweling met opmerkelijk werk voor den dag kwam. Werk, dat nog wel niet rijp, van een

begaafdheid, die nog niet voldongen was, maar dat toch geen ogenblik twijfel liet aan het goede

gehalte en de levensvatbaarheid van den aanlegtot de beeldende kunst, of de schilderkunst in

het bijzonder, van dien beginner. Zodatde bezoeker, die, geen vreemdeling in dit Jeruzalem,

eigenlijk niet veel nieuws had verwacht, getroffen bleef staan, om verheugd voor zichzelf te

erkennen: zeker, het is er nog niet, het mist nog dit en het ontbeert nog dat, maar in elk geval:

wie dit heeft kunnen maken, die komt er. Zo is het gegaan, toen de jonge schilder Mac-Lean voor

het eerst zijn werk liet zien. Trots zijn Schotsen naam Rotterdammer van geboorte,

toonde hij dadelijk ook in zijn wijze van schilderen, waar zijn wieg had gestaan.

Breed van gebaar, ferm, stoutmoedig, wars van openheid ging hij te werk; doch ook wel wat ruw,

een beetje onbehouwen met de durf van een wager, die tevens een werker is, niet iemand van

fijne beschaving, maar, hoe dan ook, een 'karakter. En daarenboven een man van onmiskenbaar

talent: een talent, dat evenwel gecultiveerd moest worden, zou er ooit iets waarlijk goeds mee te

bereiken zijn. Nu Mac-Lean in den kunsthandel Van Zanten tentoonstelt: bloemstukken en

stillevens, portretten en studiekoppen, naakten, landschappen, bijbelsche voorstellingen,

nu ziet men wel, dat hij ouder, meer ervaren en bekwamer is geworden, doch zou toch liefst slechts het

„die komt er" herhalen, omdat „die is er" nog onjuist zou zijn. Dat onbepaalde ..er" wat meer nabij gekomen,

is de schilder stellig. Men vraagt zich echter af of hij het niet nog dichter had kunnen naderen en of

hij het niet aan zichzelf heeft te wijten, dal. dit niet is geschied. Twee krachten ontbeert Mac Lean,

hoe krachtig hij dan ook lijkt. Zelfbeheersing en geduld. Heeft hij een doel voor ogen, dan gaat

hij er zonder beraad, zonder beleid. schier roekeloos onbesuisd op af en loopt het veelal voorbij.

Hij weet, kan men zeggen, van wanten en roert zich duchtig, ook wel sterk, doch waar hij niet

van weet, dat is wachten. Hij is al tevreden als iets „het" wel „doet" en gunt zich geen tijd

om te zorgen, dat het voldoet. Toch is er een bloemstukje, een der eenvoudigste,

een stralend gele narcis in een aarden pot tegen een donkeren achtergrond, dat vertrouwen wekt.

Vertrouwen, dat Mac-Lean nu bezig is geduld te leren. Aandachtiger en rustiger bezonnen dan andere werken,

die de schilder te spoedig heeft losgelaten, toont dit bloemstilleventje. dat zijn voornaamste eigenschap:

kleurgevoel, er toch vitaal in is gebleven.

Visscherdijk 111 1930

Nieuwstraat 12

DE HAAGSCHE SCHOOL.
In den kunsthandel Van Zanten te Rotterdam. Op de tentoonstelling in den kunsthandel Van Zanten,

Schiedamsche Singel 27a, vormen enige meesters van de Haagsche school mat jongere

geestverwanten de belangwekkende kern. Vooral de interieurschilders doen zich daar kennen in

hun bijzondere kwaliteiten. Het oudste op dit gebied is waarschijnlijk wel het kloostergangetje van

Johannes Bosboom. Het staat nog dicht bij de romantisciie opvattingen van zijn vroege werk,

maar het is daaraan toch al ontgroeid, wat blijkt uit de vrije behandeling van het lichtprobleem.

Het is door Bosboom in dit kleine paneeltje tot een schitterende oplossing gebracht en de sfeer

is daarin zeer goed getroffen. Albert Neuhuys is een te weinig gewaardeerde figuur en misschien

is daaraan het litterair pessimisme niet vreemd uit de jaren negentig en daarna, dat meer bij

Van Gogh en de lateren steun vond. Bij Neuhuys overheerscht een idyllische trek,

maar hij is daar in zonder eenige affectatie en zoetelijkheid. Een interieur met een vrouw

en kinderen als hier hangt, heeft niets van zijn aantrekkelijkheid verloren. Het is een liefelijk,

maar volkomen evenwichtig en gezond beeld van intiem landelijk leven, prachtig doorwerkt van kleur.

Daartegenover blijkt hier Hein Kever in verwante onderwerpen aanmerkelijk zwakker.

Hij is een schilder die het procédé van het impressionisme soms te ver doorvoerde,

waardoor hij vaag werd en slap. Zijn schilderen berustte aldus al te zeer op 't vastleggen van

een enkelen indruk ( den val van het licht b.v.) en hij doet dan de oude verzuchting opkomen,

dat de mens niet enkel oogen heeft.

1938 Schiedamschesingel 27a


Werken van H. A. van Daalhoff In den kunsthandel Van Zanten te Rotterdam

De schilderijen van H. A. van Daalhoffzijn verdroomde, poëtische weergaven van een

werkelijkheid, zoals velen die wellicht nooit aanschouwen. Het spreekt daardoor als van zelf,

dat het werk van dezen, kennelijk zeer bekwamen schilder niet iedereen op het eerste gezicht

iets te zeggen heeft. Bij hem is regelmaat, waarbij de meeste andere schilders veelal

slechts een moment is. Het lijkt, alsof hij, na eenmaal een bepaald punt in zijn ontwikkeling

bereikt te hebben, daar gebleven is met een filosofisch „het is ons goed, hier te zijn".

Dat dit punt overigens aan het einde van een lange reis ligt. waarin veel verworven werd,

daarover bestaan niet de minste twijfel. De impressionnistische visie, verdiept tot een intens

beleven, die evenwel niet in expressionisme oversloeg, werd de grondslag voor een tedere,

soms melancholieke de beschouwing van een wereld, waarin van Daalhoff het eenvoudigste

natuurtafereel, de ontroerende intimiteit van een boerenerf met wat vruchtbomen

of een pittoresk poortje kan doen opbloeien als een volmaakt stuk van Gods mooie schepping.

Er schuilt een bijna religieuze stemming in dit werk en het is waarlijk geen toeval, dat de

boerenmutsen op een der kleinere schilderijen als aureolen aandoen. Deze vierenzeventig jarige

kan op een oeuvre bogen, dat een geheel eigen plaats in de Nederlandsche schilderkunst inneemt,

al valt verwantschap met enkele groten van de Haagsche school te constateren,

ook in de techniek. Daalhoff's schilderijen zijn volkomen af. Er valt niets meer aan te verbeteren

en er kan niets in gemist worden. De compositie is volkomen uitgebalanceerd.

Hier heeft een tot rust en berusting gekomen mens geschapen, zo denkt men.

Bij het beschouwen van de talrijke werken, die in den kunsthandel L. van Zanten te Rotterdam

onder zeer gunstige omstandigheden, wat encadrering en belichting betreft, bijeengebracht 'zijn.

Op het werk van Van Daalhoff is eveneens van toepassing, wat we over dat van

prof. Wolter en Pieter de Regt schreven. Het is verheugend, dat het naar Rotterdam werd gebracht.

Door Kees Hazelzet

Eendrachtsweg 32 1942

Eendrachtsweg 32      1943-1960

 

Sinds 1991 Kunsthandel RG van Driel Dordtsestraatweg 761b 3075BH Rotterdam Tel 0628381883 KvK 24186879 © 2023

 

Web
Analytics Made Easy - StatCounter