Kunsthandel
J.A. van Eijk
Gedempte
glashaven 20-22 1919-1920
Kunsthandel
J.A. van Eijk Molensteeg 12 Circa 1920-1921
NV
Algemene Kunsthandel Visscherdijk 111 & Zeevischmarkt 5 1934-1934
1939
Kunsthandel de Oude Poort Delftschevaart 20
06-06
1939 Tentoonstelling in de Oude Poort De
heer J. A. van Eijk heeft thans weer een
nieuwe
kunsthandel geopend onder de naam De oude Poort en
wel aan het
Rotterdamsche
Rokin, dat de Delftsche Vaart zou kunnen worden als
straks het Hofplein klaar is.
Zijn
genre getrouw begint de heer Van Eijk met een tentoonstelling van
gemengden aard,
waarbij
veel romantiek. Een heel mooie teekening van Corn. Springer laat
trouwens zien,
hoe
romantisch de wereld een honderd jaar geleden nog was, en Domela
Nieuwehuis,
de
beroemde kunstverzamelaar, die het toch niet deed uit bekrompenheid,
hield veel juist
van
deze romantische periode, omdat er nooit beter werk in vakkundig
opzicht geleverd
is
dan juist door de romantische school. Men ziet dit op deze tentoonstelling
ook aan
schilderijen
van Leickert, De Heul, Carpentero, de Koekkoeks, Ommeganck
en anderen,,
en
de volgende generatie heeft veel van hen geleerd, al nam ze meer
vrijheid.
Een
groot doek van Bastert, een klein stadsgezicht van Klinkenberg maken
dit duidelijk
en
ook het schilderij met poesjes van de beroemde
schilderes Henriëtte Ronner toont,
hoeveel
deze van haar voorgangers geleerd heeft. De kunst van mevrouw Ronner
is wat op
de
achtergrond geraakt, doch ze wordt ook nu nog geimiteerd.
Daar
deze vrouw echter tot de grootste dierenschilders heeft behoord,
is het beste
van
haar werk niet te imiteren. Dat ziet men op deze tentoonstelling.
Van
de oudere
Rotterdammers
vindt men schilderijen van Arps, van Heyenbrock, van Heyberg,
van
Suze Robertsen, van Marinus Sohildt, van Nachtweh en anderen;
van
de jongeren zijn er H.P. Groen, Van Mastenbroek, Mac Lean. En uiteraard
ontbreken
Altmann
en Weyns niet, beiden met een paar goede doeken. Typisch als beeld
van de
ontwikkeling op dit gebied zijn de schilderijen van de twee Dordtsche
Schotels.
De
oude romanticus schilderde riviergezichten en zijn moderne nazaat
doet het ook.
In
sentiment zijn ze zelfs verwant, doch de degelijkheid der romantiek
is een kwaliteit,
die
dan het werk van den oude Schotel iets geeft, dat wij niet meer
zo gemakkelijk
waarderen,
maar dat toch, en niet enkel bij Schotel, toch mooier is dan we
vaak willen toegeven.
Er
is in de schilderkunst onzer romantische periode datzelfde wat Hildebrandts
Camera
Obscura bezit. Ze past niet meer in onzen tijd, doen zodra
we ons ermee gaan
bezig
houden, dan neemt ze ons gemakkelijk mee naar dit tijdperk van groter
rust en groter intimiteit. Men leefde en bekeek de dingen nog op
zijn gemak, men verzamelde
zijn
indrukken in het tempo van den wandelaar.
Nu worden ook de schilderijen in touringcar-tempo gemaakt.
|